Besturingssysteem: Windows woordenboek - Computerwoorden.nl: Een begrip in de ICT!
computerwoorden.nl
Besturingssysteem: Windows woordenboek
Printlijst:
Home | Sitemap | Zoektips |

Windows

Gastaccount

Op computers met Windows wordt een ingebouwde account gebruikt voor aanmeldingen van personen die geen gebruikersaccount hebben op de computer of het domein.

Gastbevoegdheid

Een van de drie bevoegdheidsniveaus die u aan een Windows-gebruikersaccount kunt toekennen. De gastaccount die voor Macintosh-gastaanmeldingen wordt gebruikt, moet de gastbevoegdheid hebben.

GC

  • Global Catalog
Een gedeelte van elke partitie in Active Directory, die de waarden bevat van objecten die het meest recent zijn gebruikt in zoekopdrachten.

GCS

  • Global Catalog Server
Zoekstructuur voor elke Windows 2000 domein in de directory.

Gebeurtenislogboek

  • Eventlog
Registreert gebeurtenissen en slaat deze op in een logboek, dat later door beheerders of gebruikers ingezien kan worden.

Gebruikersaccount

  • User account
Bestaat uit alle informatie die een gebruiker op een netwerk definieert. Hieronder vallen de naam van de gebruiker, het wachtwoord dat de gebruiker nodig heeft om in te kunnen loggen, de groepen waartoe het gebruikersaccount behoort, en de rechten en de permissies die de gebruiker heeft om het systeem te gebruiken en de resources te benaderen.

Gebruikersbeheer

  • Usermanager
Een hulpprogramma van Windows NT Workstation waarmee u de beveiliging van een werkstation kunt beheren. Hiermee worden de gebruikersaccounts, groepen en het beveiligingsbeleid beheerd.

Gebruikersbeheer voor domeinen

  • Usermanager for domains
Een hulpprogramma van Windows NT Server waarmee u de beveiliging van een domein of een afzonderlijke computer kunt beheren. Hiermee worden gebruikersaccounts, groepen en het beveiligingsbeleid beheerd.

Gebruikersbevoegdheid

Een van de drie bevoegdheidsniveaus die u aan een Windows NT-gebruikersaccount kunt toekennen. Elke gebruikersaccount heeft één van de drie bevoegdheidsniveaus (Beheerder, Gast en Gebruiker).

Gebruikersgroepen

Een samenstelling van meerdere geïnterreseerden op een bepaald gebied die samen een groep vormen.

Gebruikersgroepsnamen

Een groep bestaat uit hosts waartoe een server behoort die de SNMP-service uitvoert. De naam van de gebruikersgroep wordt in het SNMP-pakket geplaatst wanneer de trap wordt verstuurd. Gewoonlijk behoren alle hosts tot de gebruikersgroep Openbaar, de standaardnaam voor de gemeenschappelijke gebruikersgroep van alle hosts.

Gebruikersnaam

  • Username
Een unieke naam die een gebruikersaccount bij Windows identificeert. De gebruikersnaam van een account is nooit gelijk aan een andere groepsnaam of gebruikersnaam binnen hetzelfde domein of dezelfde werkgroep.De naam die u nodig heeft (tesamen met het password) om te kunnen inloggen bij een Unix systeem of een andere netwerk-omgeving zoals het Internet. Wanneer u contact legt met de server van uw Internetaanbieder moet u uw username en password opgeven.

Gebruikersprofiel

  • Userprofile
Configuratie-informatie die per gebruiker kan worden bijgehouden en in gebruikersprofielen kan worden opgeslagen. Deze informatie bevat de persoonlijke gebruikersinstellingen van de Windows-omgeving, zoals de indeling van het bureaublad, persoonlijke programmagroepen en de programma's in deze groepen, schermkleuren, schermbeveiligingen, netwerkverbindingen, printerverbindingen, muisinstellingen, het formaat en de positie van het venster, enzovoort. Wanneer een gebruiker zich aanmeldt, wordt het gebruikersprofiel geladen en wordt de Windows-omgeving van de gebruiker volgens dit profiel geconfigureerd.

Gebruikersrechten

  • User rights
Definieert de toegang die een gebruiker heeft tot een computer of domein evenals de handelingen die een gebruiker op die computer of op dat domein mag uitvoeren. Met gebruikersrechten staat u handelingen toe als het aanmelden bij een computer of netwerk, het toevoegen of verwijderen van gebruikers in een werkstation of domein, enzovoort.

Gebruikersrechtenbeleid

Beheert de toekenning van rechten aan groepen en gebruikersaccounts.

Gecomprimeerde schijf

Bij Windows bestaat de mogelijkheid gebruik te maken van 'schijfcompressie'. Alle bestanden worden dan automatisch gecomprimeerd bij opslag en gedecomprimeerd bij gebruik. Hiermee kan opslagruimte worden bespaard. Omdat dit comprimeren en decomprimeren tijd kost en de tegenwoordige harde schijven meestal groot genoeg zijn, wordt het gebruik van gecomprimeerde schijven meestal afgeraden.

Gedeelde bron

  • Share
Elk willekeurig apparaat of programma, of elke informatie waarover meer dan één ander apparaat of programma kan beschikken. Voor Windows verwijzen gedeelde bronnen naar elke bron die beschikbaar is gesteld voor netwerkgebruikers, zoals directory's, bestanden, printers en benoemde sluizen. Verwijst ook naar een bron op een server waarover netwerkgebruikers kunnen beschikken.

Gedeelde directory

  • Shared directory
Een directory waarmee netwerkgebruikers kunnen verbinden.

Gedistribueerd serversysteem

In Windows is dit een systeem waarbij afzonderlijke afdelingen of werkgroepen hun eigen toegangsdomeinen installeren en onderhouden.

Gegevensstroom

Windows Netwerkmonitor bewaakt de gegevensstroom van het netwerk. Deze bestaat uit alle informatie die op een bepaald moment via het netwerk wordt overgebracht.

GINA

  • Graphical Identification and Authentication
Het subsysteem dat de logon presentatie voor gebruiker afhandelt.

Global Catalog

Een index waarin ieder AD-object staat met een beperkt aantal attributen per object. Deze zorgt ervoor dat gebruikers en applicaties eenvoudig de meest gebruikte objecten in een forest kunnen vinden.

Global group

  • Globale groep
Wordt gebruikt in Windows NT netwerk voor het beheren van gebruikers. Global groups worden gecreëerd op een primary domain controller (PDC) en kunnen zowel in het eigen domain als in trusting domains worden gebruikt. Op al deze plaatsen kan aan een global group rechten en permissies worden toegekend en kan de groep lid worden van lokale groepen. Een global group kan echter alleen useraccounts van zijn eigen domain bevatten.

Globale account

Voor Windows NT Server is dit een gewone gebruikersaccount in het domein van een gebruiker. De meeste gebruikersaccounts zijn globale accounts.

Globale groep

  • Global group
Voor Windows NT Server is dit een groep die kan worden gebruikt in zijn eigen domein, lidservers en werkstations van het domein en vertrouwende domeinen. Op al deze plaatsen kan een globale groep rechten en machtigingen toegewezen krijgen en lid worden van lokale groepen. Deze groep kan echter alleen gebruikersaccounts van het eigen domein bevatten.

GPF

  • General Protection Fault
Geheugenbeschermingsfout in Windows. Twee programma's proberen tegelijkertijd van hetzelfde deel van het geheugen gebruik te maken.

GPO

  • Group Policy Object
Group policies definiëren bepaalde instellingen voor groepen gebruikers en computers om het beheer te vereenvoudigen. Groepen kunnen gebruikers, computers en andere groepen bevatten.

Groep

  • Group
Bij networking een account dat andere accounts bevat die leden worden genoemd. De leden krijgen dezelfde permissies en rechten als die aan een groep zijn verleend, waardoor groepen uitermate geschikt zijn om gemeenschappelijke bevoegdheden aan een verzameling gebruikersaccounts te verlenen.

Groeppictogram

Bij Windows 3.1/3.11: een pictogram dat een groep in Programmabeheer aanduidt wanneer het groepsvenster tot pictogram is verkleind. Kies het groepspictogram als u de groep wilt openen en de inhoud daarvan wilt bekijken.

Groepslidmaatschappen

  • Group memberships
De groepen waartoe een gebruikersaccount behoort. Machtigingen en rechten die aan een groep worden toegekend, gelden ook voor de leden van die groep. In de meeste gevallen worden de handelingen die een gebruiker in Windows NT mag uitvoeren, bepaald door de groepslidmaatschappen van de gebruikersaccount waar de gebruiker zich bij heeft aangemeld.

Groepsnaam

Een unieke naam waaraan Windows een lokale groep of een globale groep kan herkennen. De naam van een groep mag niet dezelfde zijn als een andere groepsnaam of gebruikersnaam binnen het eigen domein of op dezelfde computer.

Groepsvenster

Windows 3.1/3.11: Een venster waarin alle onderdelen van een groep in het programmabeheer worden weergegeven. Deze onderdelen kunnen toepassingen zijn, met toepassingen gekoppelde bestanden of een combinatie van deze twee.

Group policy

Group policy's definiëren bepaalde instellingen voor groepen gebruikers en computers om het beheer te vereenvoudigen.

Group Policy Editor

De editor van Windows 2000 voor het bewerken en onderhouden van de group policy's.

GSNW

  • Gateway Services for NetWare
Een Windows NT-module die kan worden geladen om de communicatie tussen NetWare-servers en NT-servers uit te breiden.

GUID

Global Unique ID. Een uniek 128-bits nummer dat een AD-object definieert.

GUID

  • Global Universal Identifier
Unieke naam van een Class bij Windows.