Netwerk woordenboek - Computerwoorden.nl: Een begrip in de ICT!
computerwoorden.nl
Netwerk woordenboek
Printlijst:
Home | Sitemap | Zoektips |

Netwerk

NA

  • Numerieke Apertuur
Dit is de wortel uit het verschil van de kwadraten van de brekingsindex van de kern en de cladding van een glasvezel. De NA bepaalt de soort glasvezelkabel en wordt bijvoorbeeld gebruikt bij de berekening van de lichtspreiding in de kabel.

Narrowcast

Situatie waarin dezelfde informatie wordt verstuurd naar een selectieve groep bestemmingen.

NAT

  • Network Address Translation
  • IP-Masquerading.
Methode die specifiek bedoeld is om meerdere gebruikers dezelfde internettoegang te laten gebruiken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid van het IP-protocol om het IP-adres te veranderen in een ander IP-adres. Hierdoor kan het (illegale) IP-adres van het werkstation dat het internet op wil worden vervangen door een legaal adres. Een beperking is wel dat, afhankelijk van het aantal beschikbare legale IP-adressen, slechts een beperkt aantal gebruikers kan worden geholpen.

NC-concept

Het door Sun, Oracle en IBM naar voren gebrachte NC-concept is gebaseerd op Java. NC's zijn echter geen echte thin clients, omdat de Java-applets op deze machine zelf draaien, en niet op de server. Daar komt bij dat de specificaties van de NC in 2000 ruimschoots onderschat zijn. De machine heeft een krachtige Pentium-processor nodig en minimaal 16 MB intern geheugen. De kracht van het kostenargument gaat daardoor deels verloren. De NetPC is een gewone Wintel-PC zonder diskettestation en zonder CD-Romspeler. Doordat de machine centraal beheerd wordt, zijn de kosten lager. NetPC's worden geleverd door onder meer Hewlett-Packard. Sun, NCI en NCD zijn bedrijven die NC's verkopen.

NE2000

Gestandaardiseerd netwerkadaptertype. Bij het aanschaffen van een nieuwe netwerkadapterkaart moet absoluut op deze comptabiliteit worden gelet.

NetBIOS-sessieservice

De sessieservices van NetBIOS zijn verantwoordelijk voor het verzenden en ontvangen van informatie via een betrouwbare tweerichtingsverbinding die een sessie wordt genoemd. Als een sessie tot stand wordt gebracht, besluiten beide computers die zijn betrokken bij de communicatie met elkaar te communiceren en besluiten zij gezamenlijk welke poort of socket zij gebruiken om ervoor te zorgen dat alle communicatie probleemloos verloopt.

Netwerk

  • Network
  • Computernetwerk
Een netwerk is een aaneenkoppeling van computers, meestal bestaande uit een server en een aantal werkstations. Maar ook twee computers aan elkaar maken een netwerk. Met een netwerk behoudt u de voordelen van een persoonlijke computer (uw eigen software en een voor anderen ontoegankelijk plekje voor uw persoonlijke data) en krijgt u voordelen van de centrale computer terug. In een netwerk kan iedereen met de laatste bedrijfsinformatie werken en informatie en boodschappen delen. Ook kan randapparatuur gedeeld worden, zodat bijvoorbeeld niet iedereen een aparte printer nodig heeft.
Verschil tussen de twee netwerktypen peer-to-peer en server-based.
Verschil tussen de twee netwerktypen peer-to-peer en server-based.

Netwerk Program Interface

Een (software-)interface voor applicatieprogramma's naar de netwerkkaarten om gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden van het netwerk. Er bestaat voor IBM's tokenring netwerkkaarten een aantal interfaces op verschillende niveaus, onder andere:
  • netbios;
  • APPC;
  • IEEE 802.x.

Netwerk-ID

Het netwerk-ID geeft aan in welk netwerk (of segment) de host zich fysiek bevindt. Dit kunt u ongeveer zien als de straat waarin een huis zich bevindt. Dit adres moet uniek zijn in het gehele TCP/IP-netwerk, of dat netwerk nu onderdeel is van het wereldwijde TCP/IP-netwerk dat het Internet wordt genoemd of van een klein intranet waarop TCP/IP is geïmplementeerd. Het netwerk-ID wordt gebruikt om informatie door te sturen naar de gewenste netwerkadapter op een router. Als de informatie is aangekomen op het juiste netwerk (of netwerksegment), worden de gegevens vervolgens met behulp van het host-ID-gedeelte van het IP-adres afgeleverd op de juiste host. Alle hosts met hetzelfde netwerk-ID moeten zich in hetzelfde fysieke netwerksegment bevinden, omdat de informatie ze anders niet kan bereiken. Als een host naar een ander netwerksegment wordt verplaatst, moet een nieuw netwerkadres aan de host worden toegewezen.

Netwerkadapter

Adapter om aansluiting van bijvoorbeeld portables aan een netwerk mogelijk te maken. Omdat portables meestal geen normale slots hebben voor een insteekkaart, kunnen ze m.b.v. deze adapters via de parallelle of de seriële poort toch gekoppeld worden. Ze zijn echter wel wat trager dan een normale netwerkkaart. Een voorbeeld is de zogenaamde Xircom.

Netwerkarchitectuur

Een verzameling ontwerpprincipes, waaronder de organisatie van functies en de beschrijving van dataformaten en procedures. De basis voor het ontwerp en de implementatie van een netwerk (ISO).

Netwerkbereik

  • Kabelbereik
Een bereik van netwerknummers (routingadressen) dat aan een fysiek netwerk is gekoppeld. In Apple-handleidingen wordt een netwerkbereik soms ook een kabelbereik genoemd.

Netwerkcamera

Een (video)camera dat verbonden is met een netwerk. De foto's of video wordt bij een netwerkcamera opgeslagen op een computer. Vaak is een dergelijke camera in te stellen middels een webinterface (besturingsprogramma dat met een internetbrowser is te benaderen). De netwerkkabel mag gerust tientallen meters lang zijn.

Netwerkcommunicatie taken

  • Het herkennen van data.
  • Het opdelen van data in hanteerbare eenheden.
  • Het toevoegen van extra informatie aan elke data-eenheid om:
    • De locatie van de data te bepalen.
    • De ontvanger te kunnen identificeren.
  • Het toevoegen van informatie voor synchronisatie en foutopsporing.
  • Het op het netwerk zetten van data en het verzenden ervan.

Netwerkkaart

  • NIC
  • Network Interface Card
  • Netwerkadapter
Adapterkaart die de fysieke verbinding naar een op netwerkkabels gebasseerd computerverband realiseert. De meeste kaarten hebben speciale stuurprogramma's nodig voor het betreffende besturingssysteem. In de regel worden deze door de fabrikanten bij geleverd.

Netwerkkaartstuurprogramma

Een netwerkstuurprogramma dat direct met de netwerkaarrt werkt en als tussenschakel fungeert tussen de kaart en het protocolstuurprogramma. De AppleTalk Protocol Stack op de server is met Services voor Macintosh als een protocolstuurprogramma geïmplementeerd en gebonden aan een of meer stuurprogramma's van netwerkkaarten.

Netwerkkabels

De netwerkkabel is de kabel die alle werkstations en de fileserver met elkaar verbindt. Alle informatie van werkstations naar server of naar andere werkstations gaat via deze kabel.

Netwerklaag

  • Network layer
Eén van de zeven lagen van het ISO-OSI-Reference Model. Deze laag zorgt dat het netwerk zijn route kan vinden van aanvrager naar gebruiker. Ook wordt hier het voorkomen van opstoppingen geregeld. Voorbeelden van deze laag zijn Internet Protocol (IP) en X.25 De netwerklaag selecteert een route voor de boodschap van de koppelingslaag. Deze netwerklaag plaatst data in pakketjes, telt deze en voegt een header toe waarin de volgorde van de pakketjes en het adres van de doelcomputer opgenomen zijn. De netwerklaag reageert op de verkeersdrukte in het netwerk door middel van packetswitching.

Netwerklicentie

Eenmalig betaalde vergoeding om software op een netwerk te mogen gebruiken. Hierin kan dan onderscheid worden gemaakt in Personal Use en Concurrent Use.

Netwerkmanagement

Onderscheidt drie niveaus:
  1. objectmanagement: vaak met een specifiek door de leverancier geschreven programma
  2. departemental management: het beheer van een werkgroep
  3. enterprise management: het beheer van totale netwerkplatformen met een managementpakket.

Netwerkprotocol

Een computervoorschrift waarin staat hoe informatie van de ene computer naar de andere moet worden verstuurd. Het is dus een techniek om computers met elkaar te verbinden in een netwerk. Internet-computers werken met het TCP/IP-protocol.
Netwerkprotocollen.
Netwerkprotocollen.

Netwerkschijf

  • Network drive
(Schijf)letter die verwijst naar een gedeelde map (share) op een andere computer. Voor de gebruiker lijkt het alsof hij bestanden kan opslaan en lezen vanaf een harde schijf op zijn eigen computer, maar in werkelijkheid staan de gegevens op een andere computer.

Network Computer Reference Profile

Het concept van de netwerkcomputer werd halverwege 1996 geïntroduceerd door Oracle, Apple, IBM, Netscape en Sun. Ze brachten het Network Computer Reference Profile uit, niet meer dan een A4-tje met daarop de eisen waaraan een computer moet voldoen om zich netwerkcomputer te mogen noemen. Dit lijstje werd opzettelijk klein en weinig specifiek gehouden om de standaard zo toegankelijk mogelijk te maken. Het is de bedoeling dat zoveel mogelijk hardwarefabrikanten het concept gaan ondersteunen en met een breed aanbod NC's komen.

Network Device Interface Specification

  • NDIS
Definitie van de software interface naar de hardware toe. Dit is ontwikkeld door Microsoft en 3Com. Dit deel van de software wordt ook wel MAC genoemd. Een standaard voor de definitie van een interface voor de communicatie tussen de sublaag Media Access Control en stuurprogramma's voor de protocollen. NDIS maakt een flexibele omgeving voor gegevensuitwisseling mogelijk. Het definieert de software-interface, de NDIS-interface geheten. Deze interface wordt gebruikt door protocol-stuurprogramma's om te communiceren met de netwerkadapterkaart. Het voordeel van NDIS is dat het multiplexing voor protocollen biedt zodat meerdere protocolstacks tegelijkertijd kunnen worden gebruikt.

Network Interface card

  • NIC
Adapterkaart in verschillende uitvoeringen (ISA, PCI en dergelijke) die de fysieke verbinding naar een op netwerkkabels gebaseerd computerverband realiseerd. De meeste kaarten hebben speciale stuurprogramma's nodig voor het betreffende besturingssysteem. In de regel worden deze door de fabrikanten bij geleverd. Specifiek type netwerkkaart bijvoorbeeld:
  • Arcnetkaart
  • Ethernetkaart
  • Tokenringkaart.

Neuraal netwerk

Genetisch algoritme. Probleemoplostechnieken. Voor het activeren van de kennis die ligt opgeslagen in zeer ondoorzichtige gegevensverzamelingen en voor patroonherkenning zijn deze technieken soms de beste mogelijkheid. Bovendien geschikt voor het maken van continu bijlerende systemen.

NFC

  • Near Field Communication
Een draadloze technologie van Philips en Sony die diverse soorten consumentenelektronica in staat moet stellen onderling te communiceren. De technologie is gebaseerd op een radiofrequentie warmee mobiele telefoons, handhelds, pc's, digitale camera's over een afstand van 20 centimeter met elkaar kunnen 'praten'. De communicatie vindt plaats met een snelheid van 212 kilobit per seconde. De draadloze technologie werkt samen met Philips' Mifare- en Sony's Felicia-smartcards. Deze kaarten bevatten een microprocessor en zijn bedoeld voor opslag van bijvoorbeeld identificatiegegevens of financiële informatie. Het al langer bestaande Bluetooth maakt ook draadloze communicatie mogelijk, maar de techniek van Sony en Philips werkt ook in combinatie met andere draadloze technologieën. NFC heeft in tegenstelling tot Bluetooth geen permissie van de gebruiker nodig voor de apparaten contact leggen.

NIC

  • Network Interface Card
  • Netwerkkaart.
  • Netwerk Interface Kaart.
Adapterkaart in verschillende uitvoeringen (ISA, PCI en dergelijke) die de fysieke verbinding naar een op netwerkkabels gebaseerd computerverband realiseerd. De meeste kaarten hebben speciale stuurprogramma's nodig voor het betreffende besturingssysteem. In de regel worden deze door de fabrikanten bij geleverd. Specifiek type netwerkkaart bijvoorbeeld:
  • Arcnetkaart
  • Ethernetkaart
  • Tokenringkaart.

Niet geplande downtime

De tijd waarop het netwerk of een component niet te gebruiken is, redenen van een ongeplande downtime kan bijvoorbeeld een crash of defect zijn.

NIU

  • Netwerk Interface Unit
Apparaat dat aansluiting van synchrone en/of asynchrone terminals op een netwerk mogelijk maakt. Een terminal server is een voorbeeld van een NIU.

NM

  • Network Management
Management van storingen, administratie, capaciteit en beveiliging in een netwerk.

NN

  • Neurale netwerken
De biologie gaat er van uit dat het leerproces van de mens plaatsvindt in Neurale Netwerken in het menselijk zenuwstelsel. Zo'n biologisch NN is opgebouwd uit neuronen die informatie uitwisselen op basis van algortimes. De signalen die een neuron van andere neuronen ontvangt, beïvloeden zijn internet potentiaal. Vertaal die spanningsverschillen in enen en nullen en je hebt een handvat om de informatieoverdracht binnen een neuraal netwerk te volgen. Een NN is ook digitaal na te bouwen. Maar terwijl een kakkerlak de beschikking heeft over tienduizend neuronen en een mens over zo'n honderd miljard, doen de huidige digitale netwerken het met ten hoogste enkele honderden neuronen. De Gremlin van Carp Technologies heeft zelfs maar vijftien neuronen.

NNI

  • Network Node Interface
  • Network-to-Network Interface.
De interface tussen twee nodes in het netwerk of tussen twee netwerken.

No Breaksystem

Met dit NO-Breaksystem ondervindt het dataverkeer geen hinder als een netwerkkabel (al dan niet moedwillig) wordt losgenomen. Dit voorkomt frustrerende LAN Down Time.

Node

Een verbinding of knooppunt. Een station (PC of terminal) in een netwerk. Systeem binnen een netwerk, hetzij een BBS, hetzij een Hub.

Node Address

  • Bestemmingsadres
Een bestemmingsadres voor een pakket informatie dat op een netwerk is gezet. Het 'huisnummer' van de gebruiker. Bij ArcNet is dit een getal tussen 1 en 255. Bij Ethernet en Token Ring is het een getal van 12 hexadecimale cijfers (2.8147M014 mogelijkheden), dat tijdens de fabricage in de netwerkkaart is vastgelegd. Dit is een wereldwijd uniek adres per kaart(aansluiting).

NPDU

  • Network Protocol Data Unit
PDU (Protocol Data Unit) met communicatie-informatie voor de network layer (OSI-model).

NRZ

  • Non-Return-to-Zero
Binair gecodeerde transmissie, waarbij na verzending van iedere bit niet wordt teruggekeerd naar een neutrale toestand.

NS/VT

  • Network Services/Virtual Terminals
Een interface voor virtuele terminals. Deze wordt alleen gebruikt door HP. Alle andere gebruiken Telnet.

NTE

  • Network Termination Equipment
Het apparatuur aan de eind van de lijn.

NUA

  • Network User Address
Netwerkadres bij RD-LAP. Kan zowel tijdelijk als permanent aan een mobiele terminal gekoppeld zijn.