Netwerk woordenboek - Computerwoorden.nl: Een begrip in de ICT!
computerwoorden.nl
Netwerk woordenboek
Printlijst:
Home | Sitemap | Zoektips |

Netwerk

CA

  • Collision Avoidance
Het vermijden van botsingen bij verzending van datapakketten in een netwerk.

CAN

  • Car Area Network
Een netwerk waarover alle informatie binnen een auto kan worden gestuurd. Hiermee zal het aantal kabelbomen binnen een auto drastisch worden beperkt.

Capaciteit

Hoogst mogelijke (betrouwbare) verzendingssnelheid voor een verbinding.

Carrier Ethernet

Hoge snelheids Ethernet voor Metro Area Networks. De standaard definieert de standaard Ethernet packet verbinding tot het internet, het bevorderen van de samenwerking met draadloze netwerken en belooft een wide area netwerk schaalbaarheid van meer dan 10 Gbps.

Carrier management

Het beheer van netwerkapparatuur zoals bridges en repeaters; daartoe behoort onder andere fault- en configuration-management.

Carrier Sense Multiple Access with Collision Avoidance

  • CSMA/CA
Methode voor besturing van het netwerkverkeer waarbij alles erop is gericht om vóór verzending te controleren of het kanaal vrij is.

Carrier Sense Multiple Access with Collision Detection

  • CSMA/CD
Methode voor besturing van het netwerk waarbij alles erop is gericht te controleren of er twee stations tegelijkertijd over hetzelfde kanaal verzenden. Het is een toegangsmethode die meestal bij bustopologieën wordt gebruikt. Bij gebruik van CSMA/CD 'luistert' een station naar het fysieke medium om te bepalen of een ander station een data-frame verstuurt. Als er geen ander station aan het zenden is, verstuurt het station zijn gegevens. Een station 'luistert' naar het medium door het te testen op aanwezigheid van een carrier, een specifiek spanningsniveau of licht, vandaar de term carrier sense. Het deel 'multiple access' geeft aan dat meerdere stations tegelijkertijd proberen de kabel te benaderen, of proberen er gegevens op te zetten. De woorden 'collision detection' betekenen dat de stations ook botsingen (collisions) detecteren. Als twee stations op hetzelfde moment proberen te zenden en er vindt een botsing plaats, moeten de stations een willekeurige tijd wachten voordat ze opnieuw proberen te zenden.

Carrier-protocol

Tunnelingprotocol. Het uiteigenlijke protocol dat de tunnel gebruikt. Het dient als transportmedium voor de ingepakte data. Omdat IP een vaak gebruikt protocol is op Internet (dat op zijn beurt weer door veel VPN's wordt gebruikt), is IP als carrier-protocol een logische keuze.
Voorbeeld van een tunnel-pakket.
Voorbeeld van een tunnel-pakket.

CAT-5

  • Category 5
  • UTP CAT 5
Vormt de minimumeis voor telecommunicatiekabels in bedrijfsgebouwen, tot en met de telecommunicatie-uitgang/connector, en tussen gebouwen in bijvoorbeeld een campusopstelling. Deze norm ondersteunt omgevingen met meerdere producten en leveranciers. De term categorie 5 verwijst naar prestatieniveaus en kabelkenmerken, waarbij spraak en data moeten worden verzonden. De categorie 5 is een ISO-norm voor een kabel met een bandbreedte van 100 MHz (geschikt voor 10/100 Mbit netwerken).
Een UTP-CAT 5 patch kabel.
Een UTP-CAT 5 patch kabel.

Category 1

  • CAT-1
ISO-norm voor een kabel zonder prestatiecriterium.

Category 2

  • CAT-2
ISO-norm voor een kabel met een bandbreedte van 1 MHz.

Category 3

  • CAT-3
ISO-norm voor een kabel met een bandbreedte van 16 MHz.

Category 4

  • CAT-4
ISO-norm voor een kabel met een bandbreedte van 20 MHz.

Category 5

  • CAT-5
ISO-norm voor een kabel met een bandbreedte van 100 MHz (geschikt voor 10/100 Mbit netwerken).

Category 6

  • CAT-6
ISO-norm voor een kabel met een bandbreedte van 200 MHz.

Category 7

  • CAT-7
ISO-norm voor een kabel met een bandbreedte van 600 MHz.

CBDS

  • Connectionless Broadband Data Services
Type Wide Area Network (WAN).

CBR

  • Constant Bit Rate
Een QoS-niveau (Quality of Service) bij ATM. Dit geeft een exacte bandbreedte en hiermee kunnen vaste permanente verbindingen worden geëmuleerd.

CD

  • Collision Detection
Het opsporen van botsingen bij verzending van datapakketten in een netwerk.

CDDI

  • Core Distributed Data Interface
Dit is dezelfde techniek als FDDI. Het datatransport wordt echter via een koperen kabel gerealiseerd in plaats van via glasvezelkabels en de afstand tussen de stations is veel kleiner.

CDIR

  • Classless Interdomain Routing
Voor grote backbone-netwerken en netwerken van internetproviders wordt gebruik gemaakt van CDIR. Met dit adresseringsmechanisme wordt in de starre hiërarchie van de IPv4-adresopbouw ruimte gemaakt voor zogenaamde prefixen. Dit prefixconcept is te vergelijken met de huidige opbouw van telefoonnummers. Ieder land heeft zijn eigen prefix, waardoor telefoonnummers voor dat land te herkennen zijn. Door het toepassen van een dergelijk prefixconcept in de IP-adressering kunnen de routingtabellen op backbone-niveau veel eenvoudiger van opzet zijn.

CDPD

  • Cellular Digital Packet Data
Draadloos computernetwerk gebaseerd op dezelfde technologie als dat van de mobiele telefonie.

CeBus

Een standaard voor home automation: een intelligent netwerk thuis waarop alle keuken-, video-, audio-, beveiligings-, telecom- en computerapparatuur aangesloten is.

Cellen

ATM-pakketjes met een vaste grootte van 53 bytes.

Central server

  • Centrale server
Hart van een netwerk; alle gemeenschappelijk te gebruiken resources zijn gekoppeld aan deze pc. Als de pc niet meer als normaal werkstation te gebruiken is, spreken we van een dedicated server.

Centrale fileserver

Computer in een een netwerk waarop bestanden worden opgeslagen die voor verschillende gebruikers beschikbaar moeten zijn.

Centrale geleider

  • Kern van de vezel
  • Core
Het hoofdelement van optische vezel is de centrale geleider. Die bestaat uit een glasvezel of zeer geraffineerde plastic vezel, waarin zich optische golven voortplanten. Deze geleider is omgeven door een optische koker, waarvan de brekingsindex lager ligt dan die van de kern, teneinde de optische golven binnen de kern te houden. Het geheel wordt vervolgens nogmaals bekleed om de vezel mechanisch te beschermen.

Cheapernet

Goedkope versie van Ethernet. Hierbij wordt als drager gebruikt gemaakt van gewone 75 Ohm tv-kabel.

CID

  • Configuration Installation and Distribution
Een set technologieën en standaarden die gebruikt worden om het op een afstand installeren en configureren van softwareproducten over een netwerk mogelijk te maken. Wordt gebruikt in veel op OS/2 gebaseerde producten die gemaakt zijn door IBM en andere softwarehuizen.

CIR

  • Committed Information Rate
Gegarandeerde bandbreedte zoals mogelijk via frame relay.

Circe

Een glasvezelnetwerk met een snelheid van 20 Gbps, dat tientallen Europese steden met elkaar verbindt.

Cladding

  • Optische mantel
Term uit de wereld van de glasvezelbekabeling. De glasvezel bestaat uit een kern en een optische mantel (cladding). De optische kern, met een doorsnede van bijvoorbeeld 62,5 micrometer, heeft een hogere brekingsindex dan de optische mantel, met het gevolg dat een lichtbreking bij de overgang van de kern naar de mantel ontstaat. Van een siliciumvezel kan de cladding een brekingsindex van bijvoorbeeld 1,47 en de kern een van 1,5 hebben.
Doorsnede van een glasvezel kabel.
Doorsnede van een glasvezel kabel.

Claim Frames

Netwerkterm. Deze frames worden door een FDDI-apparaat uitgezonden met het doel een bepaalde rotatietijd voor het transport van de token te verkrijgen.

Class A station

Een class A station heeft vier FDDI-aansluitingen, zodat dit zowel aan de primaire als aan de secundaire kan worden aangesloten.

Class B station

Een class B station heeft twee FDDI-aansluitingen en wordt op een concentrator aangesloten, dus niet direct aan de twee ringen.

Class C station

Een concentrator is een class C station. Dit heeft vier FDDI-aansluitingen en wordt direct op beide ringen aangesloten.

Client

Een computer die toegang heeft tot de gedeelde hulpbronnen van het netwerk die een andere computer beschikbaar stelt; deze laatste wordt een server genoemd.

Client-server model

Computer stelt opdracht samen, de server voert de taken uit en vervolgens geeft de computer het resultaat weer.

Client-software

Softwareprogramma's die toegang bieden tot netwerkbronnen door een verbinding met een server tot stand te brengen.

Client/server

Een systeemarchitectuur waarin de werkstations van de gebruikers, waarop front-end software draait en die ten minste een deel van de uitvoering van de toepassingen verzorgen, gegevens opvragen aan een server. File-servers zijn gespecialiseerd in de opslag, het lezen van en het schrijven naar centrale bestanden, terwijl toepassingsservers een deel van de uitvoering van toepassingen verzorgen. In een client/server-systeem is de verwerking verdeeld tussen de client-stations en de servers.

Cloud Computing

Het gebruik van de IT-infrastructuur welke verspreid zit op het internet. Datacenters kunnen makkelijker uitgebreid worden, door servers en andere diensten op andere locaties in te schakelen. De bronnen worden dan via het internet gedeeld met de datacenter.
In netwerkdiagrammen wordt het internet vaak aangeduid met een wolk (cloud).
In netwerkdiagrammen wordt het internet vaak aangeduid met een wolk (cloud).

Coax

  • Coax-kabel
  • Coaxiale kabel
Dit is een ronde afgeschermde kabel met een 'hart' en een 'mantel', die onder andere wordt gebruikt voor televisie- en Ethernet-verbindingen. De kabel bestaat uit een geleidende koperen kern met daaromheen een isolerende laag, een laag van gevlochten draad (afscherming) en een niet-geleidende buitenlaag. Coaxkabel is ongevoelig voor storing en signaalverzwakking; dit in tegenstelling tot andere kabelsoorten, zoals niet-afgeschermde (unshielded) twisted-pair-kabel (UTP). Coaxiale kabel wordt in vele vormen toegepast, zowel voor baseband- als broadband-technieken. Een van de eigenschappen is een hoge transmissiecapaciteit. De televisiekabel is over het algemeen een coax-kabel.
Opbouw coax-kabel.
Opbouw coax-kabel.
Hulpmiddel voor het strippen van een coax-kabel, zodat een verbinding op de kabel kan worden gezet.
Hulpmiddel voor het strippen van een coax-kabel, zodat een verbinding op de kabel kan worden gezet.

Coaxial Kabel Tap

Low Profile Coaxiale Kabel Tap is ideaal om snel een praktische en hoogwaardige aftakking te maken op een backbone Ethernet-netwerkkabel (thick Ethernet). Deze aftakking kan worden aangebracht zonder dat de gebruikers uitgelogd hoeven te worden (dus geen gevreesd LAN down time). De optionele transceiver is voorzien van een AUI-aansluiting zodat deze op een MAU of concentrator is aan te sluiten. De tap is snel en eenvoudig te installeren via de application tool.

Coaxial Tap Tool

  • Piercing tap toolkit
Speciaal applicatiegereedschap om een aftakking in de backbone te maken. Deze tool boort zich door de diverse mantels heen tot op 2 mm afstand van de binnenmantel.

Collapsed Backbone netwerk

Om de vorming van grote netwerken mogelijk te maken kunnen afzonderlijke LAN's (Local Area Networks) van ieder type onderling verbonden worden via backbone-kabels, bridges en routers. In het geval van Ethernet worden hubs vaak in één kamer gegroepeerd omwille van de veiligheid en het gemak. In dit geval zijn de backbones kort; een dergelijk systeem wordt ook wel een collapsed backbone-netwerk genoemd.

Collision Detection

Techniek om botsingen op het netwerk te detecteren.

Collision Domain

Van een Collision Domain is sprake wanneer alle Ethernet-segmenten tussen twee bridges (of andere ISO-laag 2 apparaten) zitten. Al het verkeer moet op alle kabels tussen de bridges verschijnen. Wanneer er een frame wordt getransporteerd van een computer aan een concentrator, zullen alle stations die gekoppeld zijn aan de concentrator het frame bijna tegelijkertijd zien. Er zal een botsing komen wanneer een station met een verzending begint terwijl het een frame ontvangt van een ander station. Het station zal direct stoppen met het verzenden, en een JAM-signaal op de netwerkkabel zetten. Dit signaal wordt door het verzendende station opgevangen met de melding dat er een botsing is ontstaan. Beide stations zullen een kleine pauze inlassen voordat ze opnieuw proberen om de boodschappen te versturen. De duur van de pauze is afhankelijk van het aantal botsingen die zijn gemeld voor een succesvolle verzending. Hoe meer botsingen, des te langer de pauze. Deze methode vereist dat de stations zo dicht bij elkaar staan dat ieder station genoeg mogelijkheden heeft om een poging tot verzending te ondernemen voordat de eerste 64 bytes van een frame kunnen worden verstuurd. De minimale grootte van een frame op een Ethernet-netwerk is namelijk 64 bytes.

Collision Window

In een CSMA/CD-omgeving kan het voorkomen dat werkstations tegelijk gaan zenden op het moment dat twee stations in een netwerkomgeving gemeten hebben dat het medium (de lijn) vrij is.

Commercial quality Ethernet Coax Kabel

Hoogwaardige Ethernet-coaxnetwerkkabel, voldoet aan de norm Ethernet IEEE-802.3 norm. Ideaal voor kleinere netwerken.

Communicatiemedium

Het soort kabel waarmee netwerkcomponenten worden verbonden.

Communicatiesoftware

Software die zich in zowel de server als de werkstations bevindt en bepaalt hoe er tussen de verschillende pc's wordt gecommuniceerd.

Computernaam

  • Computername
Een unieke naam van maximaal vijftien tekens die een computer op het netwerk aanduidt. Deze naam mag niet hetzelfde zijn als die van een andere computer of een ander domein op het netwerk.
Plaats waaronder de computernaam in Windows XP.
Plaats waaronder de computernaam in Windows XP.

Conference

Verschillende netwerken hanteren verschillende namen. Conference wordt onder andere gebruikt op de APC-netten.

Configuratiemanagement

  • Configuration Management
Het bijhouden en sturen van wat er nu precies aan hardware en software in een lokaal netwerk aanwezig is. Daaronder valt de inventarisatie en softwaredistributie. Configuratiemanagement bestaat meestal uit een scan op gezette tijden, maar speciaal voor servers zijn er ook dynamische procedures die bijvoorbeeld informatie geven over de belasting van het geheugen en de harde schijf. Low-end (desktop) LAN-management bestaat in de regel voor het overgrote deel (wel 80%) uit configuratiemanagement.

Conflictparameter

De conflictparameter K bepaalt hoeveel bytes van een bericht over een Ethernet-LAN verzonden kunnen worden voordat een collision ontdekt wordt.

Connectoid

  • Connection profile
Bestand met regels voor het inloggen op een netwerk via de DUN (Dail Up Networking).

Contentie

Op een netwerk wedijveren stations om het gebruik van een communicatielijn of een hulpbron van het netwerk; dit wordt contentie genoemd. Twee of meer computers proberen gelijktijdig over dezelfde kabel te zenden en zo ontstaat er een botsing. Voor zo'n systeem moet een regeling worden getroffen om botsingen op de kabel te voorkomen, die gegevens kunnen vernietigen en het netwerkverkeer tot stilstand kunnen brengen.

Copy-bits

Wereldwijde computernetwerken en machines waarmee boeken en muziek in enkele seconden over de wereld kunnen worden verspreid.

Cross-STP

Een kruiskabel wil zeggen dat ingaande signalen worden verbonden met uitgaande aan het ander einde en vice versa natuurlijk. STP staat voor �Shielded Twisted Pair' dit is een kabelsoort die wel is afgeschermd, dat wil zeggen dat er een metalen mantel is die het binnendringen van storingen van buiten tegengaat. Dit is dus in tegenstelling tot de UTP kabel die deze afscherming niet heeft.

Crosscable

  • Kruiskabel
  • Gekruiste kabel
Een UTP-kabel waarmee het mogelijk is om twee PC's (via netwerkkabels) direct met elkaar te koppelen, zonder tussenkomst van bijvoorbeeld een hub. Om het verschil te zien met een gewone UTP-kabel, moet u de uiteindes van de kabel met de RJ45-stekkers naast elkaar houden, zodat u de gekleurde draden kunt zien. De eerste (uiterst links) gekleurde draad aan het ene uiteinde van de gekruiste ethernetkabel de zelfde kleur is als de derde draad van aan de andere uiteinde van de kabel. Enkele gekleurde draden kruisen elkaar dus.

CSMA

  • Carrier Sense Multiple Access
Toegangsmethode voor een netwerk.

CSMA/CA

  • Carrier Sense Multiple Access with Collision Avoidance
Methode voor besturing van het netwerkverkeer waarbij alles erop is gericht om vóór verzending te controleren of het kanaal vrij is.

CSMA/CD

  • Carrier Sense Multiple Access/Collision Detection
Methode voor besturing van het netwerk waarbij alles erop is gericht te controleren of er twee stations tegelijkertijd over hetzelfde kanaal verzenden. Het is een toegangsmethode die meestal bij bustopologieën wordt gebruikt. Bij gebruik van CSMA/CD 'luistert' een station naar het fysieke medium om te bepalen of een ander station een data-frame verstuurt. Als er geen ander station aan het zenden is, verstuurt het station zijn gegevens. Een station 'luistert' naar het medium door het te testen op aanwezigheid van een carrier, een specifiek spanningsniveau of licht, vandaar de term carrier sense. Het deel 'multiple access' geeft aan dat meerdere stations tegelijkertijd proberen de kabel te benaderen, of proberen er gegevens op te zetten. De woorden 'collision detection' betekenen dat de stations ook botsingen (collisions) detecteren. Als twee stations op hetzelfde moment proberen te zenden en er vindt een botsing plaats, moeten de stations een willekeurige tijd wachten voordat ze opnieuw proberen te zenden.

CSNET

  • Computer Science Network
Netwerk dat in 1981 is ontstaan door samenwerking van computerdeskundigen van de universiteiten van Delaware, Winsconsin, Purdue en RAND Corporation.

Cut Through

Methode bij het switchen. Cut Through leest de eerste 14 bytes van het dataframe, om doel- en bronadres vast te stellen. Daarmee is natuurlijk geen foutcorrectie mogelijk, omdat het CRC-veld (Cycle Rundancy Check) pas na het doorsturen van het pakket kan worden gelezen. Maar daarvoor is dit wel de snelste methode, de vertraging ligt onder de 11 microseconden bij Fast Ethernet. De bron- en doelpoort moeten met dezelfde snelheid werken. Een doorvoer tussen bijvoorbeeld 10 Mbit en 100 Mbit netwerken is niet mogelijk.