Wat betekent FOR? Definities en afkortingen geleverd door Computerwoorden.nl.
computerwoorden.nl
Nederlands Computerwoordenboek - Een begrip in de ICT
Printlijst:
Home | Sitemap | Zoektips |

Resultaten woordenlijst:

Er zijn 1 zoekresultaten gevonden.

Woordenlijst:

FOR

Commando in MS DOS. Voert een opdracht uit op elk bestand in een groep bestanden. U kunt deze opdracht in batch-programma's of achter de DOS-aanwijzing gebruiken.

FOR
Syntax:
FOR %variable IN (set) DO opdracht [opdrachtparameters]
Parameter Beschrijving
%variable Bepaalt een vervangbare parameter van één letter. Als u de opdracht FOR in een batchprogramma wilt gebruiken, moet u %%variable opgeven in plaats van %variable. Variabele-namen maken onderscheid tussen hoofd- en kleine letters, dus %i is iets anders dan %I.
(set) Bepaalt een set van een of meer bestanden. Jokertekens kunnen worden gebruikt.
opdracht Bepaalt de opdracht die moet worden uitgevoerd voor elk bestand.
opdrachtparameters Bepaalt de opties of parameters voor de opgegeven opdracht.

FOR (opdrachtextensies ingeschakeld)
FOR /D %variable IN (set) DO opdracht [opdrachtparameters]
Als de set jokertekens bevat, moeten overeenkomsten worden gezocht in mapnamen in plaats van bestandsnamen.
FOR /R [[station:]pad] %variable IN (set) DO opdracht [opdrachtparameters]
Loopt door de mapstructuur, beginnend bij [station:]pad, waarbij de opdracht FOR wordt uitgevoerd in elke map van de structuur. Als geen mapspecificatie is opgegeven na /R wordt aangenomen dat het om de actieve map gaat. Als alleen een punt (.) is ingesteld, wordt alleen de mapstructuur weergegeven.
FOR /L %variable IN (start,step,end) DO opdracht [opdrachtparameters]
De set is een volgorde van nummers van begin tot einde, in stapgrootte. Dus (1,1,5) genereert de volgorde 1 2 3 4 5 en (5,-1,1) genereert de volgorde 5 4 3 2 1.
FOR /F ["opties"] %variable IN (bestandsset) DO opdracht [opdrachtparameters]
FOR /F ["opties"] %variable IN ("tekenreeks") DO opdracht [opdrachtparam.]
FOR /F ["opties"] %variable IN ("opdracht") DO opdracht [opdrachtparameters]

of, als optie usebackq aanwezig is:

FOR /F ["opties"] %variable IN (bestandsset) DO opdracht [opdrachtparameters]
FOR /F ["opties"] %variable IN ('tekenreeks') DO opdracht [opdrachtparam.]
FOR /F ["opties"] %variable IN (`opdracht`) DO opdracht [opdrachtparameters]
Bestandsnaamset zijn een of meer bestandsnamen. Elk bestand wordt geopend, gelezen en verwerkt voordat het volgende bestand in de bestandsnaamset wordt geopend. Verwerking houdt in het lezen in het bestand, het indelen in afzonderlijke tekstregels en daarna het verdelen van elke regel in nul of meer onderdelen. De tekst van de FOR-lus wordt vervolgens aangeroepen met de variabele-waarde(n) die zijn ingesteld op de gevonden token-tekenreeks(en). Standaard zal met /F de eerste token worden overgeslagen, die wordt gescheiden door een spatie. Lege regels worden overgeslagen. U kunt het standaard-verdeelgedrag opheffen door de optionele parameter "opties" op te geven. Dit is een tekenreeks tussen aanhalingstekens die een of meer trefwoorden bevat om verschillende verdeelopties te bepalen. De trefwoorden zijn:
  • eol=c
    bepaalt een einde-regelopmerkingteken (slechts één)
  • skip=n
    bepaalt het aantal regels dat wordt overgeslagen aan het begin van het bestand.
  • delims=xxx
    bepaalt een set scheidingstekens. Dit vervangt de standaardset scheidingstekens van spatie en tab.
  • tokens=x,y,m-n
    bepaalt welke tokens van elke regel worden doorgegeven aan de FOR-tekst voor elke iteratie. Hierdoor worden extra variabele-namen toegewezen. De vorm m-n is een bereik, waarmee de m-de t/m de n-de tokens worden bepaald. Als het laatste teken in de tekenreeks tokens= een sterretje is, wordt een extra variabele toegewezen en wordt de resterende tekst ontvangen op de regel na de laatste verdeelde token.
  • usebackq
    bepaalt of de nieuwe semantiek wordt gebruikt, waarbij teken (`) wordt uitgevoerd als een opdracht en teken (') een letterlijke tekenreeksopdracht is. Het gebruik van dubbele aanhalingstekens wordt toegestaan om bestandsnamen in de bestandsnaamset op te geven.

Extra syntaxis
%~I breidt %I uit waarbij aanhalingstekens (") worden verwijderd
%~fI breidt %I uit naar een fully-qualified-padnaam
%~dI breidt %I alleen uit naar een stationsletter
%~pI breidt %I alleen uit naar een pad
%~nI breidt %I alleen uit naar een bestandsnaam
%~xI breidt %I alleen uit naar een bestandsextensie
%~sI uitgebreid pad bevat alleen korte namen
%~aI breidt %I uit naar bestandskenmerken van bestand
%~tI breidt %I uit naar datum/tijd van bestand
%~zI breidt %I uit naar grootte van bestand
%~$PATH:I doorzoekt de mappen in omgevingsvariabele PATH en breidt %I uit naar de fully-qualified-naam van het eerste gevonden bestand. Als de naam van de omgevingsvariabele niet is opgegeven of als het bestand niet wordt gevonden, wordt deze wijzigingstoets uitgebreid naar de lege tekenreeks.