computerwoorden.nl
Nederlands Computerwoordenboek
Home | Blog
  1. Het Internet:
    Internet bestaat uit servers die zijn opgesteld bij service providers en access providers. Deze zijn onderling aangesloten op zogenoemde Internet Exchanges (IX), knooppunten waar het Internet-verkeer verdeeld wordt. De verschillende IX'en zijn onderling verbonden met behulp van backbones. Een Internet service provider beheert meerdere servers, waarop websites en andere Internet-diensten als e-mail draaien. Een service provider is via routers aan de rest van het Internet gekoppeld, soms via een andere (grotere, zogenoemde 'top level') provider, soms direct aan een Internet Exchange. Een Internet access provider biedt dezelfde diensten als een service provider, en daarop inbelfaciliteiten. Sommige grotere access providers hebben een eigen digitale connectie met het telefoonnet.
  2. De bekabeling:
    Een telefooncentrale is feitelijk een zeer grote schakelcentrale die de verschillende individuele aansluitingen met elkaar verbindt. Telefooncentrales, onderling verbonden met digitale verbindingen, zorgen tevens voor de omzetting van analoge naar digitale signalen en vica versa.
    De kabel waarmee een elektriciteitscentrale stroom levert aan elk huishouden is tevens geschikt voor het meesturen van data. Daarvoor moet dan wel de centrale worden aangepast en bij elk huishouden een apart kastje worden geïnstalleerd.
    Een lokaal kabeltelevisiebedrijf onderhoudt een kabelnetwerk dat fysiek de vorm van een ster met aftakkingen heeft. In principe ontvangt elk huishouden daardoor dezelfde informatie (televisiesignalen en data). Er zijn meerdere manieren om de (Internet)data mee te sturen naar de huisaansluitingen. Sommige kabelnetten bieden tweeweg-verkeer, mits de knooppunten in het sternetwerk daartoe zijn aangepast. Dat is handig voor toepassingen als Internet en noodzakelijk voor het kunnen aanbieden van telefoniediensten, waartoe een verbinding met andere telefooncentrales nodig is.
    Een kabelbedrijf of telecommunicatie-exploitant kan ook draadloze Internetdiensten en (digitaal gecodeerde) televisie aanbieden. Hiervoor is een aantal frequentiebanden gereserveerd in het Gigahertz-gebied.
  3. De pc:
    Voor de traditionele manier van de communicatie tussen de computer en Internet is een modem of ISDN-adapter nodig, die op twee manieren aangesloten kan zijn: intern (kaartmodem/adapter of PC Card) of extern (aangesloten op een RS-232 of USB-poort).
    De snellere ISDN-routers en ADSL-modems worden niet op een seriële poort maar op een netwerkpoort aangesloten. De pc dient hiertoe uitgerust te zijn met een Ethernet-adapterkaart. Een ADSL-modem werkt alleen als de PTT-telefooncentrale daarvoor geschikt is. Inmiddels is elke centrale geschikt voor ISDN.
    Datacommunicatie via het elektriciteitsnet vereist een speciale (en veilige) 'splittermodem', die op de 220V netspanning wordt aangesloten en de Internet-data filtert en doorstuurt naar de pc.
    De ingang van de kabelmodem van de meeste kabeltelevisiemaatschappijen wordt op de kabel-tv aangesloten. De uitgang loopt naar de pc, die daarvoor een Ethernet-netwerkkaart dient te bevatten. Sommige kabelmaatschappijen leveren een interne kaart met alle functionaliteit, die een netwerkkaart overbodig maakt.
    De draadloze ontvangst van data vereist een (schotel)antenne en een decoder die op de (netwerkkaart van een) pc wordt aangesloten.

Verwijder dit woord van de printlijst