Webdesign woordenboek - Computerwoorden.nl: Een begrip in de ICT!
computerwoorden.nl
Webdesign woordenboek
Printlijst:
Home | Sitemap | Zoektips |

Webdesign

<A HREF="#bookmark">

HTML-tag. Hier is een link naar een bookmark geplaatst. Te eindigen met </A>. Werkt alleen als er een bookmark is aangemaakt door <A NAME="bookmark">;</A>.

<A HREF="http:\\www.computerwoorden.nl">

HTML-tag. Hier is een link naar een externe pagina gemaakt. Te eindigen met </A>. Wordt vaak op pagina's gebruikt om de favoriete plaatsen op het internet van de maker van de pagina aan te geven en te verbinden met zijn/haar pagina.

<A NAME="bookmark">

HTML-tag. Hier is een bookmark geplaatst. Te eindigen met </A>. Door <A HREF="#bookmark"></A> kun je een link maken naar deze bookmark.

<B>

HTML-tag. Hierna komen de letters die vet moet worden. Te eindigen met .

<BR>

HTML-code voor een harde return. Dit is een tag om naar de volgende regel te gaan. Je kunt de tekst in een HTML-pagina op één regel typen. De browser past de tekst vanzelf aan aan de breedte die de browser op dat moment heeft. Wil je echter zelf bepalen wanneer een zin of woord op de volgende regel moet beginnen, dan kun je deze tag gebruiken.

<CENTER>

HTML-code die ervoor zorgt dat tekst in het midden wordt geplaatst. De bijbehorende eindcode is: </CENTER>.

<FONT COLOR="red" SIZE="7">

HTML-tag. Hier worden eigenschappen van lettertypes gegeven. Te eindigen met </FONT>. Hiermee kan je niet alleen het lettertype, maar ook de kleur en de grootte van de tekst aanpassen. De tekst die je wilt veranderen moet je dan tussen een en een zetten. Door middel van attributen kan je dan aangeven hoe de tekst eruit moet komen te zien. Hieronder een overzicht van de attributen:

  1. FACE="lettertype"
    het lettertype instellen. Bedenk dat het lettertype niet in de pagina zelf zit. Als de bezoeker het lettertype niet heeft geïnstalleerd dan ziet hij het standaardlettertype. Je kan meerdere lettertypen opgeven gescheiden door komma's. Als het eerste lettertype niet aanwezig is op het systeem van de bezoeker dan wordt door de computer het tweede geprobeerd, enzovoort.
  2. COLOR="#rrggbb"
    de tekstkleur instellen. De kleur kan je op twee manieren opgeven: als hexadecimale rgb-waarde of als kleurnaam. Een overzicht van de kleurnamen met hun rgb-waarden is te vinden op Bas Jansen's HTML pagina.
  3. SIZE=n
    de tekstgrootte instellen. Deze kan varieren van 1 tot en met 7. Drie (3) is de standaardgrootte. Relatieve grootte's als +1 en -1 kunnen ook gebruikt worden. Zo wijzig je de grootte ten opzichte van de op dat moment geldende standaard.

Tips:

  • gebruik verschillende lettertypen en kleuren alleen als ze de leesbaarheid van een pagina vergroten. Ik zie nog (te) vaak dat er kleurcombinaties gebruikt worden die zeer moeilijk te lezen zijn. Een voorbeeld hiervan is blauwe tekst op een (drukke) donkergroene achtergrond.
  • het lettertype Verdana is een lettertype dat speciaal ontwikkeld is voor schermpresentaties (zoals internetpagina's). Het lettertype heeft een ruime opzet en een fris uiterlijk in vergelijking met het standaard lettertype. Het lettertype wordt o.a. gebruikt op de pagina's van Microsoft. Dit bedrijf doet er dan ook alles aan om dit lettertype te verspreiden. Verdana is te downloaden, en wordt meegeleverd met o.a. Office97 en Internet Explorer.
  • Een veelgebruikte volgorde van lettertypen is Verdana, Arial, Helvetica.

<Hn>

HTML-tag. Hier wordt de grootte van de letters bepaald (1=grootst, 6=kleinst). Te eindigen met </Hn>. Voorbeeld:
<H1>1</H1> wordt:

1

<HEAD>

HTML-tag. Het hoofd van een document. Hierin kan de pagina-naam (te zien in de bovenste balk) geplaatst worden en eventueel de titel van de pagina. Te eindigen met </HEAD>.

<HR>

HTML-Tag. Een horizontale lijn invoegen.
Voorbeelden

<HR>



<HR ALIGN=right SIZE=10 WIDTH=60% NOSHADE>


<HTML>

HTML-tag. Hieraan kan een browser zien dat het een HTML document is. Begin van een HTML pagina. Te eindigen met </HTML>

<I>

HTML-tag. Hierin komen de letters die scheef moeten worden. Te eindigen met </I>

<LI>

HTML-tag. Hierachter komt een regel in de opsomming.Syntax:
<OL>
<LI>Eerste regel opsomming
<LI>Tweede regel opsomming
</OL>
Resultaat:
  1. Eerste regel opsomming
  2. Tweede regel opsomming
Tevens te gebruiken met <UL></UL>.

<META>

HTML-tag. De Search Engines op Internet indexeren het hele jaar door. Maar hoe zorg je er nu voor dat jouw homepage goed opnomen wordt in de zoekmachine? En hoe kun je er voor zorgen dat mensen altijd de meest recente versie van jouw homepage bekijken en altijd een kopie uit hun cache laden? De META-tag is hierop het antwoord. De META-tag is oorspronkelijk bedacht om informatie over een HTML-document op te slaan in een HTML-document. Enige tijd later werd het ook mogelijk om via META een bepaalde mate van controle te krijgen over het laden van het document. De META-tag wordt uitsluitend gebruikt tussen <HEAD> en </HEAD>. De twee voornaamste attributen voor de <META> tag zijn HTTP-EQUIV en NAME. De eerste zorgt voornamelijk voor het (her)laden van de pagina. De laatste levert specifieke informatie voor bepaalde programma's. In praktijk komt dit laatste er op neer dat ten behoeve van zoekmachines informatie over copyrights, de auteur en inhoud wordt verschaft. Als je homepage verhuist omdat je naar een andere provider gaat (of je moet verhuizen van je provider zoals bij Planet Internet), dan kan de waarde Refresh opgegeven worden bij HTTP-EQUIV. Zodoende kan men aangeven dat een andere pagina (de nieuwe lokatie van je homepage) na een aantal seconden geladen dient te worden. Voorbeeld:
<META HTTP-EQUIV="Refresh" CONTENTS="NN; URL=ditdocument.html">

NN staat voor een aantal seconden en 'ditdocument.html' verwijst naar het HTML document dat na NN seconden geladen dient te worden. Specificeer je deze laatste niet dan wordt de huidige pagina herladen. Een ander probleem is dat sommige mensen bij hun cache-instellingen 'verify documents' op 'never' gezet hebben. Met andere woorden, de browser zal nooit kijken of het document op de server 'nieuwer' is dan het document in de cache. Door Expires te gebruiken geef je op na welke datum de browser verplicht is een nieuw document op de server op te halen, ongeacht de cache-instellingen. Voorbeeld:
Vergeet niet dat de datum in het Engels opgegeven dient te worden.

Zoals gezegd wordt de META-tag met name gebruik in combinatie met zoekmachines. Het nadeel is echter dat er geen duidelijke afspraken zijn over de interpretatie van de META-tag. Kortom, niet alle zoekmachines gebruiken de informatie verkregen via de META-tag hetzelfde. En ook wordt niet alle informatie verwerkt. Er zijn echter drie waarden die je zeker dient op te geven: AUTHOR, DESCRIPTION en KEYWORDS. Een voorbeeld:
<META NAME="author" CONTENT="jouw naam">
<META NAME="description" CONTENT="omschrijving van je pagina">
<META NAME="keywords" CONTENT="sleutelwoorden mbt je pagina">

Sommige zoekmachines gebruiken alle drie de waarden. Maar met name 'author' en 'description' worden veel gebruikt. Omdat zoekmachines maar een beperkte ruimte hebben om informatie weer te geven over een pagina is het aan te raden om de lengte binnen een bepaald maximum te houden:
  • tot 150 tekens voor de omschrijving en
  • tot 750 tekens voor de sleutelwoorden.

<TABLE>

HTML-tag. Het begin van een tabel. Te eindigen met
.
Resultaat.
Resultaat.
Voeg toe aan lijst | Print dit woord |
Directe link naar "<TABLE>"
Naar boven

<TD>

HTML-tag. Dit is een cel in een rij in een tabel. Te eindigen met .
Resultaat.
Resultaat.
Voeg toe aan lijst | Print dit woord |
Directe link naar "<TD>"
Naar boven

<TITLE>

HTML-tag. De titel, die in de titelbalk komt van de browser. Dit commando hoort in de <HEAD></HEAD> te staan. Te eindigen met </TITLE>.
Voeg toe aan lijst | Print dit woord |
Directe link naar "<TITLE>"
Naar boven

<TR>

HTML-tag. Dit is een rij in een tabel. Te eindigen met </TR>
Syntax:

<TABLE>
<TR>
<TD>cel</TD>
<TD>cel twee</TD>
</TR>
<TABLE>
<TR>
<TD>cel rij twee</TD>
<TD>cel twee</TD>
</TR>
</TABLE>
Resultaat.
Resultaat.
Voeg toe aan lijst | Print dit woord |
Directe link naar "<TR>"
Naar boven

<U>

HTML-tag. Geeft aan dat de volgende letters onderstreept moeten worden. Te eindigen met </U>.
Voeg toe aan lijst | Print dit woord |
Directe link naar "<U>"
Naar boven

<UL>

HTML-tag. Hierin komt een opsomming voor met punten. Te eindigen met </UL>.
Syntax:

<UL>
<LI>Eerste regel opsomming
<LI>Tweede regel opsomming
</UL>
Resultaat:
  • Eerste regel opsomming
  • Tweede regel opsomming
Voeg toe aan lijst | Print dit woord |
Directe link naar "<UL>"
Naar boven

.htaccess

Bestand dat gebruikt wordt om rechten op websitebestanden te bepalen aan de hand van gebruikers met de bijbehorende wachtwoorden. Iedere hosting-/provider kan eigen eisen stellen aan dergelijke bestanden. Wanneer er een .htaccess-bestand is gemaakt, moet ook een .htpasswd-bestand worden gemaakt.
Voorbeeld van een .htaccess-bestand.
Voorbeeld van een .htaccess-bestand.
Voeg toe aan lijst | Print dit woord |
Directe link naar ".htaccess"
Naar boven

.htpasswd

Bestand dat gebruikt wordt om de gebruikersnaam met bijbehorend wachtwoord op te slaan. Dit bestand werkt samen met een .htaccess-bestand.

htpasswd-c .htpasswd cwb

Het bovenstaande commando zorgt ervoor dat er een bestand .htpasswd wordt aangemaakt. Bij aanmaak zal er twee maal om een wachtwoord voor cwb worden gevraagd.
Voeg toe aan lijst | Print dit woord |
Directe link naar ".htpasswd"